Wat doen we met een economische crisis?
Wat doen we met een economische crisis?
Dit heb je nodig
- Tekenpapier
- Potloden of stiften
De jaren dertig van de vorige eeuw zijn nog steeds berucht. Ze staan bekend als de crisisjaren of de Grote Depressie. Nadat de beurs in New York instortte, kwam er een crisis bij de banken en werden miljoenen mensen over de hele wereld werkloos. Hee, maar dat klinkt ook wel een beetje als wat we hier meemaakten in de jaren 2007-2009 en in 2020 door de coronacrisis! Hoe los je zo’n rampzalige economische situatie op?
Denk na over de volgende vragen:
- In de jaren dertig werd aan ‘werkverschaffing’ gedaan: mensen die werkloos waren, werden door de staat aan het werk gezet, vaak in banen die niets te maken hadden met wat ze normaal deden. Niet leuk, maar op deze manier werd bijvoorbeeld wel de Afsluitdijk aangelegd. Is dat iets dat nu nog zou kunnen en hoe zou je dat dan doen?
- De crisis van toen werd deels veroorzaakt doordat de Amerikaanse landbouw en industrie veel te veel produceerden. Daardoor stortte de handel in. Zou je techniek kunnen inzetten om vraag en aanbod beter in de gaten te houden?
- De coronacrisis liet zien dat bijvoorbeeld de horeca en de reisbranche instorten. En dat in andere sectoren, zoals de zorg en de techniek, juist mensen tekortkomen. Maar je wilt natuurlijk niet vier of zes jaar wachten. Hoe zou je mensen met extra hulpmiddelen heel snel kunnen omscholen?
Aha! Zo zit dat dus...
Een economische crisis wordt vaak een depressie of een recessie genoemd. Maar wat is nu eigenlijk het verschil? Nou, een recessie is minder erg. Daar wordt al van gesproken als de economie in een land een half jaar krimpt. Maar van een depressie spreek je pas als de gevolgen daarvan heel groot worden en jaren aanhouden. Zoals de enorme werkloosheid die in de Grote Depressie ruim tien jaar bleef bestaan. Gek genoeg was het de Tweede Wereldoorlog die deze depressie beëindigde, doordat de wapenindustrie volop begin te draaien. Maar dat is geen oplossing waar je blij van wordt natuurlijk.