Probeer op een groter scherm

Om optimaal gebruik te maken van de Aha!-vragengenerator heeft u een groter beeldscherm nodig. Probeer eens op een tablet of laptop. Better yet, het Digibord voor uw klas.

overzicht alle vragen

Welkom bij de Aha!-vragengenerator

Hier ontdekken basisschoolleerkrachten en -leerlingen hoe leuk wetenschap en technologie en Onderzoekend & Ontwerpend Leren is. Het behandelen van een vraag duurt 15 minuten. Het antwoord ontdekt de klas door een experiment uit te voeren of door een creatieve oplossing te bedenken. Na het lezen van de verklaring aan het einde van elke les zal de klas denken: ‘Aha! Zo zit dat dus.’

Op zoek naar informatie over W&T of meer lesideeën?
Je kunt hier kosteloos meer lesideeën downloaden die je kunt gebruiken voor W&T in de klas!

Voor welke groepen
De Aha!-vragengenerator is geschikt voor groepen 1 t/m 8. Tot en met groep 5 raden we aan om de vragen klassikaal te behandelen.

Benodigdheden
Voor de meeste vragen kun je gebruik maken van materialen die standaard in het klaslokaal aanwezig zijn. Je kunt de vragen filteren op benodigdheden ‘standaard in de klas’ of ‘extra’.

Privacyverklaring

Hoe goed heb jij de namen van je vrienden in je hoofd?

kies zelf een vraag

Hoe goed heb jij de namen van je vrienden in je hoofd?

Dit heb je nodig

  • Een groot vel papier met duidelijke foto’s van zes tot tien kinderen uit de klas, met daaronder hun namen geschreven.
  • Eenzelfde vel met foto’s, maar nu zijn de namen allemaal door elkaar gegooid en staan er dus verkeerde namen onder.
  • Een stopwatch (kan op de meeste telefoons).
1

Zo zoek je dit uit:

Deze proef wordt gedaan door steeds één iemand in de klas, liefst iemand die vrienden is met een aantal van de kinderen op de foto’s. Vertel hem of haar dat de tekst in dit experiment altijd de waarheid is en het beeld niet. Het gaat om de tekst! Sta klaar met de stopwatch, stel de vraag: ‘Wie zijn dit?’ en draai het eerste vel papier (met de juiste namen bij de juiste gezichten) om. Meet hoe snel de persoon de zes namen opleest.

Zeg dan dat je het nog een keer gaat doen in een tweede ronde, met dezelfde regels. Stel weer de vraag ‘Wie zijn dit?’ en draai het tweede vel om (met de verkeerde namen bij de gezichten). Meet weer hoe lang het duurt voor de persoon de zes namen heeft genoemd die onder de foto’s staan. Herhaal dit proces een paar keer, met steeds een andere testpersoon.

2

Bespreek met elkaar:

  • Wat gebeurde er?
  • Hoe denk je dat dit komt?

Aha! Zo zit dat dus...

Je zult zien dat de meeste testpersonen er de tweede keer langer over doen om de namen te noemen. Sommige kinderen zullen zelfs een paar keer de naam noemen van degene die ze op de foto zien. Als jij een foto van je vriend Nick ziet, maar er staat ‘Zoë’ onder, willen je hersenen blijkbaar toch eerst ‘Nick!’ roepen. Je hebt zojuist een variant op een wereldberoemd experiment uitgevoerd, The Stroop Effect uit 1935. Hierin kregen mensen de namen van kleuren te zien, maar de woorden waren steeds geschreven in een andere kleur dan die kleur zelf. Het woord ‘rood’ stond bijvoorbeeld in het blauw. Het bleek mensen meer tijd te kosten om dan de juiste woorden hardop te zeggen. Je brein neigt eerst naar wat je ogen zien en heeft tijd nodig om daar iets anders van te maken. De namen van je vrienden zitten zo sterk in je hoofd, dat je ze maar moeilijk kunt veranderen.