Dit heb je nodig

• De hele klas
• Twee grote vellen (leeg) papier
• Voor iedereen een velletje papier
• Voor iedereen een pen of een stift

Zo zoek je dit uit:

Schrijf op vellen een (andere) reeks van acht willekeurige cijfers achter elkaar. Zorg dat je niet te vaak hetzelfde cijfer twee keer gebruikt en maak geen logische reeksen, zoals een met veel opeenvolgende cijfers. Dus geen 12345678, maar wel 74927351 bijvoorbeeld. Schrijf groot.

Laat de hele klas nu eerst een van de vellen zien, dertig seconden lang, en haal het weer weg. Laat de hele klas nu eerst hardop het alfabet opzeggen. Daarna probeert iedereen, individueel, zonder overleg, de reeks van acht cijfers die op het vel stond op te schrijven.

Pak nu het tweede vel. Deze keer laat je de (andere) reeks cijfers niet zien, maar noem je hem drie keer achter elkaar langzaam op. Laat de hele klas daarna weer hardop het alfabet opzeggen. Daarna probeert iedereen zelf, zonder overleg, de twéede reeks op te schrijven.

Bespreek met elkaar:

• Wat gebeurde er?
• Hoe denk je dat dit komt?

Aha! Zo zit dat dus...

Iedereen heeft per reeks natuurlijk nul tot acht cijfers goed onthouden. Maar je zult zien dat bijna niemand de eerste en de tweede keer exact dezelfde score heeft. Mensen hebben een auditief en een visueel geheugen: het eerste is het geheugen van je oren, het tweede dat van je ogen. Bij bijna iedereen is het ene sterker dan het andere. Scoorde je het best bij de eerste oefening, dan heb je een sterker visueel geheugen. Deed je het ‘t best bij oefening twee, dan is je geheugen meer auditief. Zo weet je voortaan of je de nieuwe telefoonnummers van je vrienden het best onthoudt door ze een paar keer te horen of er even goed naar te kijken!