Dit heb je nodig

• Een wegwerpbekertje
• Een rolletje dun touw
• Een dunne plastic zak (gerecycled graag!)
• Een paar soldaatjes (het kunnen ook pionnetjes of gummen zijn)
• Een schaar

Zo zoek je dit uit:

Maak vier gaatjes hoog in de wegwerpbeker (net onder het randje), ongeveer even ver van elkaar. Knip vier stukken touw af van ongeveer 30 centimeter. Spreid de zak open en maak er vier gaatjes in, ook weer ongeveer even ver van elkaar. Maak met de touwtjes de beker vast aan de (open) onderkant van de zak. Zet het soldaatje in de beker, ga naar een plek die zo hoog mogelijk is (bijvoorbeeld op tafel of bovenaan de trap) en laat je de beker vallen.

Bespreek met elkaar:

• Wat gebeurde er?
• Hoe denk je dat dit komt?

Aha! Zo zit dat dus...

Je soldaat zweefde rustig naar beneden. Hij had dan ook een echte parachute, net als de tienduizenden soldaten die in 1944 in de lucht te zien waren toen ze Nederland kwamen bevrijden. Als je zonder parachute uit een vliegtuig zou springen, zou je door de zwaartekracht steeds harder op de aarde afgaan. Als je een ‘gewone’ parachute gebruikt, die eruitziet als een halve bol, maak je de luchtweerstand veel groter en rem je heel sterk af. Wist je trouwens dat Leonardo da Vinci (uitvinder, schilder en nog veel meer) al in 1483 een parachute tekende? Hij bouwde hem alleen nooit.

Bonus voor het thema ‘verkeer, transport en ruimte’:
Tegenwoordig is er ook de ‘matrasparachute’. Die ziet er niet uit als een bol, maar meer als een brede strook. Die werkt als een vliegtuigvleugel. Door de speciale vorm stroomt de lucht er aan de bovenkant sneller langs dan aan de onderkant. Daardoor duwt de lucht meer op de onderkant en word de parachute de lucht in geduwd. Dit is liftkracht. Omdat die tegen de zwaartekracht ingaat, remt de parachute af.