Dit heb je nodig

• Wit papier
• Een potlood
• Vetkrijt/wasco
• Een flesje water

Hoe zoek je dit uit

• Teken met het potlood (de omtrek van) een pinguïn op het papier. Het geeft niet als hij niet perfect lijkt.
• Kleur nu je pinguïn helemaal in met wasco.
• Gooi er daarna voorzichtig een beetje water overheen.

Bespreek met elkaar

• Wat gebeurt er?
• Hoe denk je dat dit komt?

Aha! Zo zit dat dus...

Als je goed hebt ingekleurd, is je pinguïn droog gebleven. En dat terwijl het papier eromheen wel degelijk nat is. Dat komt door de wasco. Die is gemaakt van wax, die een laagje op het papier vormt waar geen water doorheen kan. Daardoor blijft het papier precies onder de pinguïn droog, maar eromheen niet. En dit geldt niet alleen voor je getekende exemplaar, maar ook voor echte pinguïns. Die maken zelf een soort wax en smeren dat op hun veren. Zo blijven ze droog als het regent, maar ook warmer. De wax zorgt er namelijk ook voor dat ze supersnel opdrogen als ze gezwommen hebben. En op een ijskoude plek als Antarctica is het wel zo slim om niet lang met natte veren rond te blijven lopen.